Deutsch
Detailübersetzungen für Grubenbau (Deutsch) ins Niederländisch
Grubenbau: (*Wort und Satz getrennt)
- Gruben: schachten; mijnschachten; mijnputten; mijngroeven
- Bau: bouw; bouwsector; opbouwen; constructie; samengesteld geheel; verbouwing; vertimmering; samenstelling; organisatie; opbouw; systeem; structuur; ordening; gebouw; pand; bouwwerk; aanleggen
- grüßen: groeten; salueren; begroeten; gedag zeggen; verwelkomen; welkom heten; wenken
- graben: graven; delven; scheppen; opgraven; opdelven; uitgraven