Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
hinausjagen:
-
Wiktionary:
hinausjagen → bezemen, vegen, aanvegen, opvegen, schoonvegen
-
Wiktionary:
Deutsch
Detailübersetzungen für hinausjagen (Deutsch) ins Niederländisch
hinausjagen: (*Wort und Satz getrennt)
- hinaus: weg; ertussenuit; er op uit
- jagen: vliegen; opschieten; jagen; ijlen; zich haasten; zich spoeden; rennen; hardlopen; haasten; opjagen; opdrijven; overhaasten; ophitsen; voortmaken; haast maken; aanpoten; voortjagen; tot spoed aanzetten; stressen; tempo maken; uitroepen; brullen; snellen; reppen; jachten; uitschreeuwen; hardrijden; spoeden; jakkeren; het uitgillen
Wiktionary Übersetzungen für hinausjagen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hinausjagen | → bezemen; vegen; aanvegen; opvegen; schoonvegen | ↔ balayer — nettoyer un lieu avec le balai. |