Deutsch
Detailübersetzungen für Lautbildung (Deutsch) ins Niederländisch
Lautbildung: (*Wort und Satz getrennt)
- laut: hard; hardop; luid; luidruchtig; rumoerig; lawaaierig; luid klinkend; blijkens; keihard; oorverdovend; schreeuwend; joelend; opzichtig; schreeuwerig; protserig
- Bildung: opleiding; schoolopleiding; ontwikkeling; vooruitgang; vorming; ontplooiing; geestelijke vorming; vorm; conditie; onderwijs; scholing; educatie; kundig maken; bekwaming
- Laut: toon; klank; klankgeluid