Deutsch
Detailübersetzungen für Aufsatzstück (Deutsch) ins Niederländisch
Aufsatzstück: (*Wort und Satz getrennt)
- Aufsatz: verslag; scriptie; opstel; schrijven; brief; epistel; stukje; brokje; eindje; partje; fragmentje; klein stukje; snippertje; bovenstuk
- Stück: onderdeel; deel; stuk; element; component; bestanddeel; ingrediënt; fractie; basisbestanddeel; gedeelte; part; drama; toneelstuk; schouwspel; bijdrage; aandeel; inbreng; brok; suikerklontje; klont; bon; coupon; plak; moot; tranche; deeltje; onderdeeltje; lap; stuk stof; segment; brokje; kleine brok