Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Behörde

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Behörde

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Behörde:
- overheid; autoriteiten; openbaar gezag; rijksbestuur; overheidsorgaan
Wiktionary:
- Behörde → autoriteit
- Behörde → autoriteit, gezag, autoriteiten, bestuur, bewind, heerschappij, regering, bevel, commando

Deutsch

Detailübersetzungen für Behörde (Deutsch) ins Niederländisch

Behörde:

Behörde [die ~] Nomen

die Behörde (Staat; Öffentliche Hand)
de overheid; de autoriteiten; openbaar gezag; het rijksbestuur
- overheid [de ~ (v)] Nomen
- autoriteiten [de ~] Nomen, Plural
- openbaar gezag [znw.] Nomen
- rijksbestuur [het ~] Nomen
die Behörde
het overheidsorgaan
- overheidsorgaan [het ~] Nomen

Übersetzung Matrix für Behörde:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
autoriteiten	Behörde; Staat; Öffentliche Hand	Autorität; Befehlshaber; Kapazität
openbaar gezag	Behörde; Staat; Öffentliche Hand
overheid	Behörde; Staat; Öffentliche Hand	Staatsorgane
overheidsorgaan	Behörde
rijksbestuur	Behörde; Staat; Öffentliche Hand

Synonyms for "Behörde":

Amt; Amtsstelle; Dienststelle
Anstalt; Einrichtung; Institut; Institution; Organisation; Unternehmen; Bündelung; Clusterung; Gruppierung

Wiktionary Übersetzungen für Behörde:

Behörde

noun

Institution, die Aufgaben der öffentlichen Verwaltung wahrnimmt
- Behörde → autoriteit

Cross Translation:

From	To	Via
• Behörde	→ autoriteit; gezag; autoriteiten	↔ authority — persons in command; specifically, government
• Behörde	→ bestuur; bewind; heerschappij; regering; bevel; commando	↔ commandement — À trier

Verwandte Übersetzungen für Behörde

sich an eine Behörde wenden