Deutsch
Detailübersetzungen für Gemütsausdruck (Deutsch) ins Niederländisch
Gemütsausdruck: (*Wort und Satz getrennt)
- Gemüt: natuur; karakter; aard; mentaliteit; inslag; geaardheid; gemoed; inborst; gevoel; aanvoelen; feeling; temperament; gemoedsgesteldheid; gemoedsaard
- Ausdruck: zin; gezegde; zegswijze; frase; inleiding; voorwoord; introductie; proloog; voorbericht; naam; term; uitdrukkingen; uitdrukking; expressie; gezichtsuitdrukking; gelaatsuitdrukking; print; afdruk; taalschat