Deutsch
Detailübersetzungen für Stromschlag (Deutsch) ins Niederländisch
Stromschlag: (*Wort und Satz getrennt)
- Strom: elektriciteit; rivier; stroom; beek; energie; electrische stroom; gulp; instroom; instroming; het toevloeien; het toestromen
- Schlag: soort; slag; ras; klop; tik; toegebrachte klap; dreun; uithaal; vuistslag; klap; stoot; hengst; mep; peut; lel; opdonder; oplawaai; muilpeer; opduvel; zet; duw; por; stootje; duwtje; knal; jens; portier; conciërge; bliksem; flits; bliksemslag; bliksemschicht; bliksemflits; pof; bons; duiventil; duivenhok; olifantspijp; soulpijp; wijde broekspijp
Wiktionary Übersetzungen für Stromschlag:
Stromschlag
noun
-
een blootstelling aan een elektrische potentiaal