Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Lümmel

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Lümmel

Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. Lümmel:
  2. Wiktionary:
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. lummel:
  2. lummelen:
  3. Wiktionary:

Deutsch

Detailübersetzungen für Lümmel (Deutsch) ins Niederländisch

Lümmel:

Lümmel [der ~] Nomen

  1. der Lümmel (Rüpel; ungehobelte Klotz; Tölpel; )
    de klootzak; de hufter
  2. der Lümmel (Lausejunge; Straßenjunge; Bengel; )
    de jongen; de rakker
  3. der Lümmel (Schlingel; Rüpel; Flegel; Grobian)
    de lummel; de pummel; de kinkel; de vlegel
  4. der Lümmel (Bauerntölpel; ungeschliffener Kerl; ungehobelter Klotz; Flegel; Grobian)
    de boerenlul; de hork; de lummel
  5. der Lümmel (Bauernlümmel; Bauerntölpel)
    de boerenkinkel
  6. der Lümmel (Flegel; Racker; Schlingel; )
    de rekel
  7. der Lümmel (Bauerntölpel; Bauer; Lump; )
    de heikneuter
  8. der Lümmel (Bengel; Gauner; Schelm; )
    de stouterd

Übersetzung Matrix für Lümmel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
boerenkinkel Bauernlümmel; Bauerntölpel; Lümmel
boerenlul Bauerntölpel; Flegel; Grobian; Lümmel; ungehobelter Klotz; ungeschliffener Kerl
heikneuter Bauer; Bauerntölpel; Dreckskerl; Flegel; Grobian; Lump; Lümmel; Tölpel; blöder Sack; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
hork Bauerntölpel; Flegel; Grobian; Lümmel; ungehobelter Klotz; ungeschliffener Kerl Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
hufter Dreckskerl; Fittich; Lump; Lümmel; Rüpel; Schuft; Stiesel; Tölpel; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
jongen Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Straßenjunge; Taugenichts
kinkel Flegel; Grobian; Lümmel; Rüpel; Schlingel Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
klootzak Dreckskerl; Fittich; Lump; Lümmel; Rüpel; Schuft; Stiesel; Tölpel; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Dreckskerl; Grobian; Halunke; Lump; Miststück; Mistweib; Schuft; Schurke; Weibsstück
lummel Bauerntölpel; Flegel; Grobian; Lümmel; Rüpel; Schlingel; ungehobelter Klotz; ungeschliffener Kerl
pummel Flegel; Grobian; Lümmel; Rüpel; Schlingel
rakker Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Straßenjunge; Taugenichts Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts
rekel Bengel; Flegel; Frechdachs; Grobian; Halunke; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch
stouterd Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Schurke; Straßenjunge; Taugenichts
vlegel Flegel; Grobian; Lümmel; Rüpel; Schlingel Bauer; Bengel; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lausbub; Lump; Prolet; Rabauke; Rotznase; Rülpser; Rüpel; Schelm; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
jongen Junge bekommen; Junge werfen

Synonyms for "Lümmel":


Wiktionary Übersetzungen für Lümmel:

Lümmel
noun
  1. scheldwoord|nld pummel, lomperd
  2. een jongen die dingen doet die men niet goedkeurt, maar die men toch aardig vindt
Cross Translation:
FromToVia
• Lümmel → bengel; blaag; rekel; snotaap; straatbengel; vlegel ↔ gamin — (vieilli) enfant pauvre qui vit dans les rues.
• Lümmel → nietrsnut; bengel ↔ garnement — mauvais sujet, vaurien.
• Lümmel → bengel; blaag; rekel; snotaap; straatbengel; vlegel ↔ morpion — Enfant



Niederländisch

Detailübersetzungen für Lümmel (Niederländisch) ins Deutsch

lummel:

lummel [de ~ (m)] Nomen

  1. de lummel (boerenlul; hork)
    der Bauerntölpel; der ungeschliffener Kerl; der Lümmel; der ungehobelter Klotz; der Flegel; der Grobian
  2. de lummel (pummel; kinkel; vlegel)
    der Lümmel; der Schlingel; der Rüpel; der Flegel; der Grobian

Übersetzung Matrix für lummel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Bauerntölpel boerenlul; hork; lummel boerenkinkel; heikneuter; lomperik
Flegel boerenlul; hork; kinkel; lummel; pummel; vlegel bengels; boef; boer; brutaal joch; brutale kerel; fielt; heikneuter; hork; jongen; kinkel; lomperd; mispunt; naarling; onbeschofte man; ongelikte beer; proleet; rakker; rekel; rotjoch; rotzak; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; stinkerd; stouterd; vlegel; vlegels
Grobian boerenlul; hork; kinkel; lummel; pummel; vlegel boer; brutale kerel; eikel; heikneuter; hond; hork; kinkel; klootzak; lomperd; lul; oetlul; onbeschofte man; proleet; rekel; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; sodemieter; vlegel
Lümmel boerenlul; hork; kinkel; lummel; pummel; vlegel boerenkinkel; heikneuter; hufter; jongen; klootzak; rakker; rekel; stouterd
Rüpel kinkel; lummel; pummel; vlegel belhamel; hufter; jongen; klootzak; raddraaier; raddraaister; rakker; rekel; rouwdouwer; ruw iemand; schoffie; stouterd; vlegel; vlerk
Schlingel kinkel; lummel; pummel; vlegel bengels; boef; drommelse kerel; fielt; jongens; mispunt; naarling; picaro; rakkers; rekel; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; stinkerd; vlegels
ungehobelter Klotz boerenlul; hork; lummel
ungeschliffener Kerl boerenlul; hork; lummel lomperik

Verwandte Wörter für "lummel":


Wiktionary Übersetzungen für lummel:

Cross Translation:
FromToVia
• lummel → Lummel ↔ lout — a rude violent man

Lümmel form of lummelen:

lummelen Verb (lummel, lummelt, lummelde, lummelden, gelummeld)

  1. lummelen (lanterfanten; luieren; niksen; rondhangen; nietsdoen)
    bummeln; trödeln; herumlungern; herumsitzen; sich herumtreiben; herumstehen
    • bummeln Verb (bummele, bummelst, bummelt, bummelte, bummeltet, gebummelt)
    • trödeln Verb (trödele, trödelst, trödelt, trödelte, trödeltet, getrödelt)
    • herumlungern Verb (lungre herum, lungerst herum, lungert herum, lungerte herum, lungertet herum, herumgelungert)
    • herumsitzen Verb (sitze herum, sitzt herum, saß herum, saßt herum, herumgesessen)
    • sich herumtreiben Verb (treibe mich herum, treibst dich herum, treibt sich herum, trieb sich herum, triebt euch herum, sich herumgetrieben)
    • herumstehen Verb (stehe herum, stehst herum, steht herum, stand herum, standet herum, herumgestanden)

Konjugationen für lummelen:

o.t.t.
  1. lummel
  2. lummelt
  3. lummelt
  4. lummelen
  5. lummelen
  6. lummelen
o.v.t.
  1. lummelde
  2. lummelde
  3. lummelde
  4. lummelden
  5. lummelden
  6. lummelden
v.t.t.
  1. heb gelummeld
  2. hebt gelummeld
  3. heeft gelummeld
  4. hebben gelummeld
  5. hebben gelummeld
  6. hebben gelummeld
v.v.t.
  1. had gelummeld
  2. had gelummeld
  3. had gelummeld
  4. hadden gelummeld
  5. hadden gelummeld
  6. hadden gelummeld
o.t.t.t.
  1. zal lummelen
  2. zult lummelen
  3. zal lummelen
  4. zullen lummelen
  5. zullen lummelen
  6. zullen lummelen
o.v.t.t.
  1. zou lummelen
  2. zou lummelen
  3. zou lummelen
  4. zouden lummelen
  5. zouden lummelen
  6. zouden lummelen
diversen
  1. lummel!
  2. lummelt!
  5. gelummeld
  6. lummelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für lummelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bummeln lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aan de zwier gaan; banjeren; boemelen; de hort op gaan; gaan; kuieren; lopen; rondlopen; rondslenteren; rondwandelen; slenteren; stappen; uitgaan; verbeuzelen; verknoeien; verlummelen; wandelen; zich voortbewegen
herumlungern lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen
herumsitzen lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen niksen; rondhangen; rondlummelen
herumstehen lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen niksen; rondhangen; rondlummelen
sich herumtreiben lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen
trödeln lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen banjeren; dralen; drentelen; druilen; etteren; flaneren; griepen; klieren; miezeren; sjokken; slenteren; talmen; teuten; treuzelen; voortsukkelen; zeiken

Verwandte Wörter für "lummelen":





Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.1746 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden