Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: ausrecken

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: ausrecken

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Ausrecken:
- uitrekken
Wiktionary:
- ausrecken → smeren, besmeren, doorsmeren, spreiden, ontvouwen, uitspreiden, uitbouwen, uitbreiden, vergroten, afwikkelen, ontrollen, uitrollen, ophouden, rekken, strekken, uitsteken, uitstrekken, verdunnen, versnijden, verwateren

Deutsch

Detailübersetzungen für ausrecken (Deutsch) ins Niederländisch

Ausrecken:

Ausrecken [das ~] Nomen

Ausrecken
uitrekken
- uitrekken [znw.] Nomen

Übersetzung Matrix für Ausrecken:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
uitrekken	Ausrecken
Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
uitrekken		ausdehnen; recken; strecken; verlängern

Wiktionary Übersetzungen für ausrecken:

Cross Translation:

From	To	Via
• ausrecken	→ smeren; besmeren; doorsmeren; spreiden; ontvouwen; uitspreiden; uitbouwen; uitbreiden; vergroten; afwikkelen; ontrollen; uitrollen; ophouden; rekken; strekken; uitsteken; uitstrekken; verdunnen; versnijden; verwateren	↔ étendre — Traductions à trier suivant le sens

Computerübersetzung von Drittern: