Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->Suche: Beklommenheit

Deutsche und niederländische Suchergebnisse für: Beklommenheit

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

Beklommenheit:
- beklemming; benauwdheid; beklemdheid; gevoel van beklemming
Wiktionary:
- Beklommenheit → opwinding, ongerustheid

Deutsch

Detailübersetzungen für Beklommenheit (Deutsch) ins Niederländisch

Beklommenheit:

Beklommenheit [die ~] Nomen

die Beklommenheit (Beklemmung; Angst)
de beklemming; de benauwdheid
- beklemming [de ~ (v)] Nomen
- benauwdheid [de ~ (v)] Nomen
die Beklommenheit (Beklemmung)
de beklemdheid; gevoel van beklemming; de benauwdheid
- beklemdheid [de ~ (v)] Nomen
- gevoel van beklemming [znw.] Nomen
- benauwdheid [de ~ (v)] Nomen

Übersetzung Matrix für Beklommenheit:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
beklemdheid	Beklemmung; Beklommenheit
beklemming	Angst; Beklemmung; Beklommenheit
benauwdheid	Angst; Beklemmung; Beklommenheit
gevoel van beklemming	Beklemmung; Beklommenheit

Synonyms for "Beklommenheit":

Angst; Angstgefühl; Bammel; Bedrohungsgefühl; Befürchtung; Beklemmung; Fracksausen; Furcht; Muffe; Muffensausen; Scheu; Schiss; Sorge; Affekt; Emotion; Empfindung; Gefühl; Gefühlsbewegung; Gefühlsregung; Gespür; Regung; Sentiment; Stimmungslage

Wiktionary Übersetzungen für Beklommenheit:

Cross Translation:

From	To	Via
• Beklommenheit	→ opwinding; ongerustheid	↔ trepidation — a fearful state