Deutsch
Detailübersetzungen für Wissensgebiet (Deutsch) ins Niederländisch
Wissensgebiet: (*Wort und Satz getrennt)
- wissen: weten; op de hoogte zijn
- Gebiet: gebied; provincie; gewest; rayon; ressort; zone; gordel; terrein; erf; grondgebied; territorium; district; hoek; streek; oord; perceel; kavel; bouwterrein; rechtsgebied; rijksonderdeel; gebiedsdeel; gebouw; pand; kring; bouwwerk; kringel; kringvormig
- Wissen: weten; kennis; wetenschap; kunst; truc; toer; handigheid; kneep; kunde; kundigheid; geleerdheid