Detailübersetzungen für ausgestreckt halten (Deutsch) ins Niederländisch
ausgestreckt halten:
-
dragen;
volhouden;
verdragen;
doorstaan;
uithouden;
verduren;
uitzingen;
dulden;
harden
-
dragen
Verb
(draag, draagt, droeg, droegen, gedragen)
-
volhouden
Verb
(houd vol, houdt vol, hield vol, hielden vol, volgehouden)
-
verdragen
Verb
(verdraag, verdraagt, verdroeg, verdroegen, verdragen)
-
doorstaan
Verb
(doorsta, doorstaat, doorstond, doorstonden, doorgestaan)
-
uithouden
Verb
(houd uit, houdt uit, hield uit, hielden uit, uitgehouden)
-
verduren
Verb
(verduur, verduurt, verduurde, verduurden, verduurd)
-
uitzingen
Verb
(zing uit, zingt uit, zong uit, zongen uit, uitgezongen)
-
dulden
Verb
(duld, duldt, duldde, duldden, geduld)
-
harden
Verb
(hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
Übersetzung Matrix für ausgestreckt halten:
Computerübersetzung von Drittern:
Verwandte Übersetzungen für ausgestreckt halten