Deutsch
Detailübersetzungen für bekommen (Deutsch) ins Niederländisch
bekommen:
-
bekommen (in Empfang nehmen; empfangen; erhalten; entgegenehmen; annehmen; hinnehmen)
ontvangen; krijgen; in ontvangst nemen; opstrijken-
in ontvangst nemen Verb (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
bekommen (holen)
-
bekommen (erreichen; erhalten; gewinnen; erzielen; überwinden; schlagen; triumphieren; siegen; holen; erkämpfen; davontragen)
-
bekommen (sich erholen)
-
bekommen (ergreifen; erwerben; erfassen; gewinnen; fassen; aufschnappen)
verkrijgen; te pakken krijgen; iets bemachtigen-
te pakken krijgen Verb (krijg te pakken, krijgt te pakken, kreeg te pakken, kregen te pakken, te pakken gekregen)
-
iets bemachtigen Verb
-
bekommen (kriegen; erhalten; empfangen)
Konjugationen für bekommen:
Präsens
- bekomme
- bekommst
- bekommt
- bekommen
- bekommt
- bekommen
Imperfekt
- bekam
- bekamst
- bekam
- bekamen
- bekamt
- bekamen
Perfekt
- habe bekommen
- hast bekommen
- hat bekommen
- haben bekommen
- habt bekommen
- haben bekommen
1. Konjunktiv [1]
- bekomme
- bekommest
- bekomme
- bekommen
- bekommet
- bekommen
2. Konjunktiv
- bekäme
- bekämest
- bekäme
- bekämen
- bekämet
- bekämen
Futur 1
- werde bekommen
- wirst bekommen
- wird bekommen
- werden bekommen
- werdet bekommen
- werden bekommen
1. Konjunktiv [2]
- würde bekommen
- würdest bekommen
- würde bekommen
- würden bekommen
- würdet bekommen
- würden bekommen
Diverses
- bekomm!
- bekommt!
- bekommen Sie!
- bekommen
- bekommend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Übersetzung Matrix für bekommen:
Synonyms for "bekommen":
Wiktionary Übersetzungen für bekommen:
bekommen
bekommen
Cross Translation:
-
(transitiv) sich einer Person oder Sache bemächtigen
-
(transitiv) wie viel ist zu zahlen, was wird gewünscht?
-
(transitiv) etwas empfangen, etwas erhalten, etwas erlangen, etwas (oder einen Zustand) erreichen
verb
-
een diploma of certificaat verwerven
-
in eigendom krijgen
-
ergens heengaan met als doel om iets of iemand mee terug te brengen
-
verwerven, ontvangen
-
het verkrijgen van zaken zoals loon en berichten
-
iets in de wacht slepen
-
in bezit krijgen, verwerven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bekommen | → halen | ↔ catch — to reach in time to leave (jump) |
• bekommen | → verkrijgen; krijgen | ↔ get — receive |
• bekommen | → krijgen | ↔ have — give birth to |
• bekommen | → krijgen; ontvangen | ↔ receive — get |
• bekommen | → buitmaken; behalen; verkrijgen; verwerven; aanbrengen; werven; aanwerven; verdienen; winnen | ↔ gagner — Traductions à trier suivant le sens |
• bekommen | → genieten; krijgen; ontvangen; toucheren; accepteren; aannemen | ↔ recevoir — accepter, prendre ce qui donner, ce qui présenter, ce qui offrir sans qu’il devoir. |