Home ->Wörterbücher ->Deutsch/Niederländisch ->übersetze damals

übersetze damals von Deutsche ins Niederländisch

Übersicht

Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten

damals:
- toen; toentertijd; indertijd; destijds; toenmaals; toendertijd; weleer
Wiktionary:
- damals → toen, destijds
- damals → toen, dan

Deutsch

Detailübersetzungen für damals (Deutsch) ins Niederländisch

damals:

damals Adjektiv

damals (als; von da an)
toen
- toen Adjektiv
damals (da; ehemalig; damalig)
toentertijd; indertijd; destijds; toen; toenmaals
- toentertijd adv
- indertijd adv
- destijds adv
- toen Adjektiv
- toenmaals adv
damals
toendertijd
- toendertijd Adjektiv
damals (einst)
weleer
- weleer adv

Übersetzung Matrix für damals:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
weleer		Einst
Adverb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
destijds	da; damalig; damals; ehemalig
indertijd	da; damalig; damals; ehemalig
toenmaals	da; damalig; damals; ehemalig
toentertijd	da; damalig; damals; ehemalig
weleer	damals; einst
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
toen	als; da; damalig; damals; ehemalig; von da an
toendertijd	damals

Synonyms for "damals":

anno dazumal; dazumal; ehedem; ehemalig; einmal; einst; einstmals; früher; seinerzeit; vordem; vormalig; vormals; zu dieser Zeit; älter
dereinst; in vergangener Zeit; weiland

Wiktionary Übersetzungen für damals:

damals

adverb

referenziert einen zurückliegenden Zeitpunkt oder eine zurückliegende Zeitspanne
- damals → toen; destijds

damals

adverb

in die tijd
- destijds → damals; dazumal; seinerzeit
in een vervlogen tijd
- toen → damals

Cross Translation:

From	To	Via
• damals	→ toen	↔ then — at that time
• damals	→ dan	↔ alors — En ce temps-là