Detailübersetzungen für ersinnen (Deutsch) ins Niederländisch
ersinnen:
-
bedenken;
verzinnen;
uitdenken;
verdichten;
fantaseren;
voorwenden
-
bedenken
Verb
(bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
-
verzinnen
Verb
(verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
-
uitdenken
Verb
(denk uit, denkt uit, dacht uit, dachten uit, uitgedacht)
-
verdichten
Verb
(verdicht, verdichtte, verdichtten, verdicht)
-
fantaseren
Verb
(fantaseer, fantaseert, fantaseerde, fantaseerden, gefantaseerd)
-
voorwenden
Verb
(wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)
-
beschouwen;
nadenken;
overdenken;
overpeinzen;
bedenken;
bespiegelen;
peinzen
-
beschouwen
Verb
(beschouw, beschouwt, beschouwde, beschouwden, beschouwd)
-
nadenken
Verb
(denk na, denkt na, dacht na, dachten na, nagedacht)
-
overdenken
Verb
(overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
-
overpeinzen
Verb
(overpeins, overpeinst, overpeinsde, overpeinsden, overpeinsd)
-
bedenken
Verb
(bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
-
bespiegelen
Verb
(bespiegel, bespiegelt, bespiegelde, bespiegelden, bespiegeld)
-
peinzen
Verb
(peins, peinst, peinsde, peinsden, gepeinsd)
-
Übersetzung Matrix für ersinnen:
Synonyms for "ersinnen":
Computerübersetzung von Drittern: