Übersicht
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. vorfühlen:


Deutsch

Detailübersetzungen für vorfühlen (Deutsch) ins Niederländisch

vorfühlen:

vorfühlen Verb

  1. vorfühlen (fühlen; spüren; erfahren; )
    aanvoelen; voorvoelen
    • aanvoelen Verb (voel aan, voelt aan, voelde aan, voelden aan, aangevoeld)
    • voorvoelen Verb (voorvoel, voorvoelt, voorvoelde, voorvoelden, voorvoeld)

Übersetzung Matrix für vorfühlen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aanvoelen Eindruck; Eindrücke; Emotion; Empfindung; Feeling; Gefühlsleben; Gemüt; Gemütsbewegung; Gemütsempfindung; Gemütserregung; Stimmung; Verständnis
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aanvoelen erfahren; fühlen; merken; spüren; tasten; vernehmen; vorfühlen; wahrnehmen
voorvoelen erfahren; fühlen; merken; spüren; tasten; vernehmen; vorfühlen; wahrnehmen