Übersicht
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
- zugänglich:
-
Wiktionary:
- zugänglich → toegangelijk, benaderbaar, toegankelijk
- zugänglich → bescheiden, matig, gematigd, schappelijk, sober, aanspreekbaar, genaakbaar, toegankelijk, betaalbaar, verkrijgbaar
Deutsch
Detailübersetzungen für zugänglich (Deutsch) ins Niederländisch
zugänglich:
-
zugänglich (begehbar; erreichbar; fahrbar; gangbar)
-
zugänglich (empfänglich; aufgeschlossen)
-
zugänglich (offen; aufgeschlossen; frei)
toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; open-
toegankelijk Adjektiv
-
benaderbaar Adjektiv
-
genaakbaar Adjektiv
-
open Adjektiv
-
-
zugänglich (ansprechbar; zuvorkommend)
toegankelijk; aanspreekbaar; toeschietelijk; benaderbaar; genaakbaar-
toegankelijk Adjektiv
-
aanspreekbaar Adjektiv
-
toeschietelijk Adjektiv
-
benaderbaar Adjektiv
-
genaakbaar Adjektiv
-
-
zugänglich (gleichmütig; ruhig; herzlich; friedlich; entgegenkommend; gelassen; unbewegt; liebenswürdig; freundschaftlich; sanft; freundlich; jovial)
rustig; gelijkmoedig; bedaard; kalm-
rustig Adjektiv
-
gelijkmoedig Adjektiv
-
bedaard Adjektiv
-
kalm Adjektiv
-
-
zugänglich (kalm; ruhig; liebenswürdig; sanft; still; freundlich; geruhsam; sympathisch; friedlich; jovial; friedliebend; herzlich; friedfertig; seren; freundschaftlich; entgegenkommend; unbewegt)
-
zugänglich (freundschaftlich; freundlich; sympathisch; liebenswürdig; herzlich; wohlwollend; kollegial; entgegenkommend; jovial)
amicaal; vriendschappelijk; kameraadschappelijk-
amicaal Adjektiv
-
vriendschappelijk Adjektiv
-
kameraadschappelijk Adjektiv
-
-
zugänglich (entgegenkommend; zugetan; gefällig; zuvorkommend; bereitwillig)
tegemoetkomend; welwillend; bereidwillig; toeschietelijk-
tegemoetkomend Adjektiv
-
welwillend Adjektiv
-
bereidwillig Adjektiv
-
toeschietelijk Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für zugänglich:
Synonyms for "zugänglich":
Wiktionary Übersetzungen für zugänglich:
zugänglich
Cross Translation:
adjective
zugänglich
-
von Dingen und Sachen
- zugänglich → toegangelijk
-
von Personen
- zugänglich → toegangelijk
adjective
-
te benaderen, makkelijk mee te praten
-
te bereiken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zugänglich | → bescheiden; matig; gematigd; schappelijk; sober; aanspreekbaar; genaakbaar; toegankelijk; betaalbaar | ↔ abordable — rare|fr Qu’on peut aborder. |
• zugänglich | → genaakbaar; toegankelijk; verkrijgbaar | ↔ accessible — Où l’on peut accéder. |
Computerübersetzung von Drittern: