Englisch
Detailübersetzungen für bite off (Englisch) ins Niederländisch
bite off: (*Wort und Satz getrennt)
- bite: hap; snap; in een hap en een snap; happen; toehappen; toebijten; dichtbijten; toesnauwen; snerpen; aanbijten; knauw; mondvol
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
bite off:
Übersetzung Matrix für bite off:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| - | snap at |