Home ->Wörterbücher ->Englisch/Niederländisch ->übersetze camper

übersetze camper von Englische ins Niederländisch

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

camper:
- kampeerwagen; camper; kampeerbus; kampeerauto; kampeerder; kampeerster; kampeerbusje
Wiktionary:
- camper → kampeerder

Englisch

Detailübersetzungen für camper (Englisch) ins Niederländisch

camper:

camper [the ~] Nomen

the camper (mobile home)
de kampeerwagen; de camper; de kampeerbus; de kampeerauto
- kampeerwagen [de ~ (m)] Nomen
- camper [de ~ (m)] Nomen
- kampeerbus [de ~] Nomen
- kampeerauto [de ~ (m)] Nomen
the camper
de kampeerder
- kampeerder [de ~ (m)] Nomen
the camper
kampeerster
- kampeerster [znw.] Nomen
the camper (motor home; mobile home)
het kampeerbusje
- kampeerbusje [het ~] Nomen

Übersetzung Matrix für camper:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
camper	camper; mobile home
kampeerauto	camper; mobile home
kampeerbus	camper; mobile home
kampeerbusje	camper; mobile home; motor home
kampeerder	camper
kampeerster	camper
kampeerwagen	camper; mobile home
-	camping bus; motor home

Verwandte Wörter für "camper":

campers

Synonyms for "camper":

vacationer; vacationist
camping bus; motor home; recreational vehicle; RV; R.V.

Verwandte Definitionen für "camper":

a recreational vehicle equipped for camping out while traveling¹
someone living temporarily in a tent or lodge for recreation¹

Wiktionary Übersetzungen für camper:

camper

noun

iemand die, gewoonlijk tijdens de vakantie, in een tent bivakkeert
- kampeerder → camper

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University