Übersicht
Englisch nach Niederländisch: mehr Daten
-
dissociate:
-
Wiktionary:
dissociate → scheiden, dissociëren, zich, distantiëren, afscheiden
dissociate → uit elkaar nemen, dissociëren, uiteen doen vallen, kruimelen, ontleden, slibben, verkruimelen -
Synonyms for "dissociate":
disassociate; divorce; disunite; disjoint; separate; part; split up; split; break; break up
decouple; distinguish; differentiate; secern; secernate; severalize; severalise; tell; tell apart
decompose; break down
-
Wiktionary:
Englisch
Detailübersetzungen für dissociate (Englisch) ins Niederländisch
dissociate:
Übersetzung Matrix für dissociate:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | decouple; disassociate; disjoint; disunite; divorce |
Synonyms for "dissociate":
Antonyme für "dissociate":
Verwandte Definitionen für "dissociate":
Wiktionary Übersetzungen für dissociate:
dissociate
Cross Translation:
verb
-
chemistry: to undergo dissociation
- dissociate → scheiden; dissociëren; zich
-
chemistry: to separate compounds into simpler parts
- dissociate → scheiden
-
to part, stop associating
-
to make unrelated
- dissociate → distantiëren; scheiden; afscheiden; zich
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dissociate | → uit elkaar nemen; dissociëren; uiteen doen vallen; kruimelen; ontleden; slibben; verkruimelen | ↔ dissocier — séparer des éléments qui étaient associés. |