"protocol" übersetzt von Englische ins Niederländisch--Interglot

Übersicht

Englisch nach Niederländisch: mehr Daten

protocol:
- protocol; ceremonie; staatsie; plechtige optocht; plichtpleging; beleefdheidsbetuiging
Wiktionary:
- protocol → protocol
- protocol → protocol, bekeuring, proces-verbaal, boete, geldboete, notulen

Englisch

Detailübersetzungen für protocol (Englisch) ins Niederländisch

the protocol
het protocol; de ceremonie
- protocol [het ~] Nomen
- ceremonie [de ~ (v)] Nomen
the protocol
het protocol
- protocol [het ~] Nomen
the protocol (ceremony)
de staatsie; plechtige optocht
- staatsie [de ~ (v)] Nomen
- plechtige optocht [znw.] Nomen
the protocol (rule of etiquette; procedure; ceremony; formality)
de plichtpleging; beleefdheidsbetuiging
- plichtpleging [de ~ (v)] Nomen
- beleefdheidsbetuiging [znw.] Nomen
the protocol

– A standard set of formats and procedures that enable computers to exchange information. ¹
het protocol
- protocol [het ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
beleefdheidsbetuiging	ceremony; formality; procedure; protocol; rule of etiquette
ceremonie	protocol	celebration; ceremony; feast; feasting; festive spirit; festivity; merry-making; merrymaking; party; rite
plechtige optocht	ceremony; protocol
plichtpleging	ceremony; formality; procedure; protocol; rule of etiquette	ceremony; rite
protocol	protocol
staatsie	ceremony; protocol	ceremony; exhibition; performance; procession; show; showing
-	communications protocol

protocol

noun

geheel van voorschriften en afspraken in de internationale diplomatieke omgang
- protocol → protocol

Cross Translation:

From	To	Via
• protocol	→ protocol	↔ Protokoll — Informatik und Telekommunikation: Satz von Befehlen, eine bestimmte Implementation, zur Steuerung der Kommunikation zwischen zwei Geräten, zum Beispiel zwischen zwei Computern
• protocol	→ bekeuring; proces-verbaal; boete; geldboete; notulen; protocol	↔ procès-verbal — acte par lequel un gendarme,un policier, un garde champêtre, etc., constater une contravention, un délit.
• protocol	→ protocol; bekeuring; proces-verbaal; notulen	↔ protocole — recueil des formules prescrire pour la rédaction des actes publics.