Englisch
Detailübersetzungen für trip out (Englisch) ins Niederländisch
trip out: (*Wort und Satz getrennt)
- trip: reis; gang; tocht; rit; toer; tournee; dagreis; struikelen; uitstapje; excursie; dagtocht; trip; rondreis; tour; rondrit; tochtje; uitje; toertje; trippelen; met trippelpasjes lopen; met vlugge pasjes gaan; slippen; uitglijden; uitschuiven; uitschieten; wegschieten; onderuitgaan; uitglibberen; strompelen
- out: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; van; vanuit; vanaf nu; vanaf deze plaats; eruit; weg; ertussenuit; er op uit; er uit; daaruit; op stap
trip out:
Übersetzung Matrix für trip out:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
- | get off; trip; turn on |