Französisch
Detailübersetzungen für tirer parti (Französisch) ins Niederländisch
tirer parti: (*Wort und Satz getrennt)
- tirer: schieten; vuren; afvuren; afschieten; schoten lossen; trekken; voorttrekken; aftrekken; getallen van elkaar aftrekken; aantrekken; dichttrekken; sleuren; van het lijf trekken; prenten; neerhalen; opentrekken; omhoogtrekken; neersabelen; zich optrekken aan; zich omhoogtrekken; naar beneden schieten
- Étirer: Uitrekken
- étirer: verlengen; uitrekken; rekken; oprekken
- parti: weg; verloren; zoek; kwijt; vermist; verdwenen; foetsie
- partir: gaan; weggaan; opstappen; opbreken; vertrekken; verlaten; zich begeven; verwijderen; smeren; afsteken; afvaren; wegvaren; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; vallen; sterven; overlijden; doodgaan; wegvallen; omkomen; bezwijken; sneuvelen; inslapen; heengaan; verdwijnen; wegtrekken; afreizen; wegreizen; weglopen; lopend weggaan; aanbreken; een begin nemen; terugtrekken; aftreden; uittreden; uitzeilen