Niederländisch

Detailübersetzungen für inschikkelijkheid (Niederländisch) ins Deutsch

inschikkelijkheid:

inschikkelijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de inschikkelijkheid (toegeeflijkheid; consideratie)
    die Nachgiebigkeit; die Milde
  2. de inschikkelijkheid (soepelheid; gemakkelijkheid)
    Gemächlichkeit; die Gemütlichkeit; die Nachgiebigkeit; die Leichtigkeit; die Bequemlichkeit; die Leichtheit; die Behaglichkeit

Übersetzung Matrix für inschikkelijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Behaglichkeit gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid behaaglijkheid; gemakkelijkheid; gemoedelijkheid; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid; gezelligheid; knusheid
Bequemlichkeit gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid behaaglijkheid; comfort; gemak; gemakkelijkheid; gemakzucht; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid
Gemächlichkeit gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid gemakkelijkheid; gerieflijkheid
Gemütlichkeit gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid behaaglijkheid; gemak; gemakkelijkheid; gemoedelijkheid; gerief; geriefelijkheid; gerieflijkheid; gezelligheid; knusheid
Leichtheit gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid gemakkelijkheid; gerieflijkheid; lichtheid
Leichtigkeit gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid gemakkelijkheid; gerieflijkheid
Milde consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid clementie; compassie; genade; goedertierenheid; goedheid; gratie; mildheid; toegevendheid; welwillendheid
Nachgiebigkeit consideratie; gemakkelijkheid; inschikkelijkheid; soepelheid; toegeeflijkheid clementie; compassie; goedertierenheid; meegaandheid; mildheid; toegevendheid; volgzaamheid; welwillendheid

Verwandte Wörter für "inschikkelijkheid":


inschikkelijk:


Übersetzung Matrix für inschikkelijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
attent behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
behilflich behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
bequem gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; comfortabel; gemakkelijk; gemakzuchtig; geriefelijk; gerieflijk
bereitwillig behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; goedaardig; goedhartig; goedschiks; goedwillig; hulpvaardig; plezierig; tegemoetkomend; toeschietelijk; voorkomend; vriendelijk; welwillend; zachtaardig
dienstbereit behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; dienstbaar; dienstwillig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; willig; zachtaardig
dienstfertig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; willig; zachtaardig
entgegenkommend behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bereidwillig; buigzaam; coöperatief; flexibel; gelijkmoedig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; kneedbaar; medewerkend; meegaand; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; rustig; sereen; soepel; tegemoetkomend; toeschietelijk; voorkomend; vormbaar; vriendelijk; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig
folgsam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; meegaand; onderworpen; slaafs; tam; volgzaam; willig
fügsam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigzaam; dienstbaar; dienstwillig; flexibel; geduldig; gedwee; gehoorzaam; kalm afwachtend; kneedbaar; meegaand; onderworpen; soepel; volgzaam; vormbaar; willig
gefällig behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; bereidwillig; bevallig; charmant; dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gehoorzaam; geschikt; goedaardig; goedhartig; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; knap; mooi; plezierig; tegemoetkomend; toeschietelijk; tof; verblijdend; voorkomend; vriendelijk; welwillend; willig; zachtaardig
gefügig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigzaam; flexibel; gedwee; gehoorzaam; gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar; in een handomdraai; kneedbaar; licht; lichtwegend; meegaand; moeiteloos; onderworpen; soepel; tam; vanzelf; volgzaam; vormbaar; zonder moeite
gehorsam gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend bijkomstig; dienstbaar; dienstwillig; gedwee; gehoorzaam; inferieur; meegaand; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; tam; volgzaam; willig
hilfsbereit behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
leicht zu bearbeiten gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend gemakkelijk te hanteren; handelbaar; hanteerbaar
nachgiebig gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend buigbaar; flexibel; kneedbaar; soepel; vormbaar
zuvorkommend behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk aanspreekbaar; benaderbaar; bereidwillig; coöperatief; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; genaakbaar; goedwillig; medewerkend; op een aardige manier; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; vriendelijk; welwillend; willig

Verwandte Wörter für "inschikkelijk":


Wiktionary Übersetzungen für inschikkelijk:


Cross Translation:
FromToVia
inschikkelijk nachgiebig; willfährig; fügsam accommodant — Qui s’accommoder à tous et à tout.
inschikkelijk auf Einklang bedacht; verträglich conciliant — Qui est porté à concilier les gens d’intérêts opposés
inschikkelijk gutmütig débonnairebon, gentil, bienveillant.

Computerübersetzung von Drittern: