Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für fascinerend (Niederländisch) ins Deutsch

fascinerend:

fascinerend Adjektiv

  1. fascinerend (boeiend; integrerend)
  2. fascinerend

Übersetzung Matrix für fascinerend:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
überzeugend fascinerend aannemelijk; acceptabel; afdoend; geloofwaardig; klemmend; overtuigend; plausibel; waarschijnlijk
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
erhebend boeiend; fascinerend; integrerend geestverheffend; verheffend
faszinierend boeiend; fascinerend; integrerend
fesselnd boeiend; fascinerend; integrerend aangrijpend; boeiend; hartbrekend; hartverscheurend; pakkend
gesamt boeiend; fascinerend; integrerend alle; fulltime; gaaf; globaal; heel; in grote lijnen; intact; integraal; volledig
gründlich boeiend; fascinerend; integrerend absoluut; accuraat; betrouwbaar; conscientieus; correct; degelijk; deugdelijk; diepgaand; diepgravend; gedegen; gedetailleerd; goed; grondig; helemaal; in het geheel; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; niet oppervlakkig; precies; secuur; totaal; van goede hoedanigheid; volkomen; zorgvuldig
integral boeiend; fascinerend; integrerend integraal; volledig
integrierend boeiend; fascinerend; integrerend
interessant boeiend; fascinerend; integrerend aangrijpend; aardig; belangwekkend; boeiend; boeiende; fascinerende; interessant; pakkend; wetenswaardig
komplett boeiend; fascinerend; integrerend absoluut; allemaal; alles; compleet; fulltime; gaaf; grondig; heel; helemaal; in het geheel; intact; integraal; kompleet; plenair; totaal; volkomen; volledig; voltallig
spannend boeiend; fascinerend; integrerend aangrijpend; aardig; belangwekkend; boeiend; boeiende; fascinerende; interessant; pakkend; spannende; wetenswaardig; zinderende
vollkommen boeiend; fascinerend; integrerend absoluut; allemaal; alles; compleet; fulltime; gaaf; grondig; heel; helemaal; ideaal; in het geheel; intact; integraal; patent; perfect; superieur; totaal; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; voortreffelijk
vollständig boeiend; fascinerend; integrerend allemaal; alles; compleet; fulltime; gaaf; heel; helemaal; intact; integraal; totaal; volledig
völlig boeiend; fascinerend; integrerend absoluut; algeheel; allemaal; alles; compleet; fulltime; grondig; heel; hele; helemaal; in het geheel; integraal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen; voluit

Wiktionary Übersetzungen für fascinerend:


Cross Translation:
FromToVia
fascinerend erregend; aufregend; anreizend; anregend; Erreger-; Reiz- passionnant — Qui passionne, qui est propre à passionner.

fascinerend form of fascineren:

fascineren Verb (fascineer, fascineert, fascineerde, fascineerden, gefascineerd)

  1. fascineren (intrigeren; boeien)
    faszinieren; fesseln; intrigieren
    • faszinieren Verb (fasziniere, faszinierst, fasziniert, faszinierte, fasziniertet, fasziniert)
    • fesseln Verb (fessle, fesselst, fesselt, fesselte, fesseltet, gefesselt)
    • intrigieren Verb (intrigiere, intrigierst, intrigiert, intrigierte, intrigiertet, intrigiert)

Konjugationen für fascineren:

o.t.t.
  1. fascineer
  2. fascineert
  3. fascineert
  4. fascineren
  5. fascineren
  6. fascineren
o.v.t.
  1. fascineerde
  2. fascineerde
  3. fascineerde
  4. fascineerden
  5. fascineerden
  6. fascineerden
v.t.t.
  1. heb gefascineerd
  2. hebt gefascineerd
  3. heeft gefascineerd
  4. hebben gefascineerd
  5. hebben gefascineerd
  6. hebben gefascineerd
v.v.t.
  1. had gefascineerd
  2. had gefascineerd
  3. had gefascineerd
  4. hadden gefascineerd
  5. hadden gefascineerd
  6. hadden gefascineerd
o.t.t.t.
  1. zal fascineren
  2. zult fascineren
  3. zal fascineren
  4. zullen fascineren
  5. zullen fascineren
  6. zullen fascineren
o.v.t.t.
  1. zou fascineren
  2. zou fascineren
  3. zou fascineren
  4. zouden fascineren
  5. zouden fascineren
  6. zouden fascineren
en verder
  1. ben gefascineerd
  2. bent gefascineerd
  3. is gefascineerd
  4. zijn gefascineerd
  5. zijn gefascineerd
  6. zijn gefascineerd
diversen
  1. fascineer!
  2. fascineert!
  3. gefascineerd
  4. fascinerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für fascineren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
faszinieren boeien; fascineren; intrigeren obsederen
fesseln boeien; fascineren; intrigeren aandacht vasthouden; aanhouden; arresteren; boeien; buitmaken; gekluisterd zitten; gevangennemen; in hechtenis nemen; inrekenen; obsederen; oppakken; vangen; vastbinden; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen; vastsjorren; vatten
intrigieren boeien; fascineren; intrigeren intrigeren; konkelen; kuipen; obsederen
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
intrigieren intrigerend

Wiktionary Übersetzungen für fascineren:

fascineren
verb
  1. iemands aandacht vasthouden