Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- schrappen:
- Wiktionary:
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
-
schrappen:
-
Wiktionary:
schrappen → schrappen
-
Wiktionary:
Niederländisch
Detailübersetzungen für schrappen (Niederländisch) ins Deutsch
schrappen:
-
schrappen (doorhalen)
-
schrappen (afkrabben; schrapen)
-
schrappen (wortels schrapen; krabben)
Konjugationen für schrappen:
o.t.t.
- schrap
- schrapt
- schrapt
- schrappen
- schrappen
- schrappen
o.v.t.
- schrapte
- schrapte
- schrapte
- schrapten
- schrapten
- schrapten
v.t.t.
- heb geschrapt
- hebt geschrapt
- heeft geschrapt
- hebben geschrapt
- hebben geschrapt
- hebben geschrapt
v.v.t.
- had geschrapt
- had geschrapt
- had geschrapt
- hadden geschrapt
- hadden geschrapt
- hadden geschrapt
o.t.t.t.
- zal schrappen
- zult schrappen
- zal schrappen
- zullen schrappen
- zullen schrappen
- zullen schrappen
o.v.t.t.
- zou schrappen
- zou schrappen
- zou schrappen
- zouden schrappen
- zouden schrappen
- zouden schrappen
en verder
- ben geschrapt
- bent geschrapt
- is geschrapt
- zijn geschrapt
- zijn geschrapt
- zijn geschrapt
diversen
- schrap!
- schrapt!
- geschrapt
- schrappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für schrappen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Möhren schaben | krabben; schrappen; wortels schrapen | |
abkratzen | afkrabben; schrapen; schrappen | afschrappen; doodgaan; heengaan; inrukken; inslapen; ontslapen; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; overlijden; sterven; verscheiden; wegkrabben |
abscheuern | afkrabben; schrapen; schrappen | afboenen; afschrobben; afschuren; boenen; gladmaken; gladwrijven; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben |
durchstreichen | doorhalen; schrappen | |
schaben | afkrabben; schrapen; schrappen | effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven |
Wiktionary Übersetzungen für schrappen:
schrappen
Cross Translation:
verb
-
met een scherp voorwerp zoals een mes de oppervlaktelaag verwijderen
-
doorhalen, verwijderen van een lijst
- schrappen → absagen; durchstreichen; streichen
-
bezuinigen, een einde maken aan een programma of uitgavenpost
-
ontslaan
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schrappen | → kürzen | ↔ cancel — remove a common factor |
• schrappen | → hindern; sperren; versperren; absperren; aufhalten; hemmen; behindern | ↔ barrer — fermer avec une barre par-derrière. |
• schrappen | → jucken; schaben; kratzen; radieren; schrapen; ritzen | ↔ gratter — racler pour nettoyer, pour effacer ou pour polir. |