Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
-
brandschatten:
-
Wiktionary:
brandschatten → brandschatzen
brandschatten → ausplündern, plündern
-
Wiktionary:
Niederländisch
Detailübersetzungen für brandschatten (Niederländisch) ins Deutsch
brandschatten: (*Wort und Satz getrennt)
- brand: Feuer; Brand; Flamme; Flammenmeer; Feuermeer
- chatten: chatten
- schatten: schätzen; taxieren; achten; berechnen; veranschlagen; kalkulieren; voranschlagen; Schätze; Schätzchen
- branden: kennzeichnen; markieren; einbrennen; stigmatisieren; brandmarken; brennen; anstecken; feuern; flammen; sengen; versengen; Brennen; Brände
- schat: Schatz; Liebe; Liebling; Liebste; Liebchen; Herzchen; Geliebte; Schätzchen; Lieb; Juwel; liebes Kind
Wiktionary Übersetzungen für brandschatten:
brandschatten
Cross Translation:
verb
-
in oorlogstijd de bevolking een schatting opleggen op straffe van plundering en brand
- brandschatten → brandschatzen
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • brandschatten | → ausplündern; plündern | ↔ plunder — to take all the goods of, by force (as in war) (transitive) |
Deutsch