Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: toepasbaarheid

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: toepasbaarheid

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

toepasbaarheid:
- Relevanz; Verwendbarkeit; Schlagfertigkeit
toepasbaar:
- geeignet; passend
Wiktionary:
- toepasbaarheid → Anwendungsmöglichkeit, Anwendbarkeit, Eignung, Geltungsbereich, Verwertbarkeit, Verwendbarkeit
- toepasbaar → anwendbar

Niederländisch

Detailübersetzungen für toepasbaarheid (Niederländisch) ins Deutsch

toepasbaarheid:

toepasbaarheid [de ~ (v)] Nomen

de toepasbaarheid (toepasselijkheid)
die Relevanz; die Verwendbarkeit; die Schlagfertigkeit
- Relevanz [die ~] Nomen
- Verwendbarkeit [die ~] Nomen
- Schlagfertigkeit [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für toepasbaarheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Relevanz	toepasbaarheid; toepasselijkheid	relevantie
Schlagfertigkeit	toepasbaarheid; toepasselijkheid	adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; gevatheid; goochemheid; puntig zijn; puntigheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slagvaardigheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; treffendheid; uitgeslapenheid
Verwendbarkeit	toepasbaarheid; toepasselijkheid	bruikbaarheid; inpasbaarheid; nut; nuttigheid; relevantie

Verwandte Wörter für "toepasbaarheid":

toepasbaar

Wiktionary Übersetzungen für toepasbaarheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• toepasbaarheid	→ Anwendungsmöglichkeit; Anwendbarkeit; Eignung; Geltungsbereich; Verwertbarkeit; Verwendbarkeit	↔ applicability — relevancy

toepasbaarheid form of toepasbaar:

toepasbaar Adjektiv

toepasbaar
geeignet; passend
- geeignet Adjektiv
- passend Adjektiv

Übersetzung Matrix für toepasbaar:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
passend		precies passend maken
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
geeignet	toepasbaar	adequaat; bruikbare; gepast; geschikt; geëigend; handig; juist; nuttig; passend; toepasselijk; treffend
passend	toepasbaar	adequaat; afgepast; behoorlijke; correct; gelegen; gemeten; gepast; gepaste; geschikt; geëigend; juist; juiste; keurig; netjes; passend; passende; redelijke; tamelijke; van pas

Verwandte Wörter für "toepasbaar":

toepasbaarheid, toepasbare

Wiktionary Übersetzungen für toepasbaar:

Cross Translation:

From	To	Via
• toepasbaar	→ anwendbar	↔ applicable — Qui doit ou pouvoir appliquer.