Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. verpachten:
  2. Wiktionary:
Deutsch nach Niederländisch:   mehr Daten
  1. verpachten:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verpachten (Niederländisch) ins Deutsch

verpachten:

verpachten Verb

  1. verpachten
    mieten; verpachten

Übersetzung Matrix für verpachten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
mieten verpachten afhuren; charteren; huren
verpachten verpachten

Wiktionary Übersetzungen für verpachten:

verpachten
verb
  1. huur ontvangen voor het vergeven van het recht om een stuk land te gebruiken dat aan jouzelf toebehoort

Computerübersetzung von Drittern:


Deutsch

Detailübersetzungen für verpachten (Deutsch) ins Niederländisch

verpachten:

verpachten Verb

  1. verpachten (mieten)

Übersetzung Matrix für verpachten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
verpachten mieten; verpachten

Synonyms for "verpachten":


Wiktionary Übersetzungen für verpachten:

verpachten
verb
  1. huur ontvangen voor het vergeven van het recht om een stuk land te gebruiken dat aan jouzelf toebehoort

Computerübersetzung von Drittern: