Niederländisch
Detailübersetzungen für sterkte (Niederländisch) ins Deutsch
sterkte:
Übersetzung Matrix für sterkte:
Verwandte Wörter für "sterkte":
Verwandte Definitionen für "sterkte":
Wiktionary Übersetzungen für sterkte:
sterkte
Cross Translation:
noun
-
de mate waarin iets sterk is
- sterkte → Stärke
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sterkte | → Stärke | ↔ strength — quality of being strong |
• sterkte | → Gewalt; Kraft; Stärke | ↔ force — faculté naturelle d’agir vigoureusement, en particulier en parlant de l’homme et des animaux. |
• sterkte | → Reich; Staat; Gewalt; Macht; Potenz; Stärke; Leistung | ↔ puissance — pouvoir d’imposer son autorité. |
• sterkte | → Menge; Quantität; Quantum | ↔ quantité — Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution. |
• sterkte | → Stärke; Kraft; Robustheit | ↔ vigueur — Force ; plénitude ; énergie ; fougue. |
sterken:
-
sterken (versterken; sterker worden)
-
sterken (zijn heil zoeken in; troosten; laven)
Konjugationen für sterken:
o.t.t.
- sterk
- sterkt
- sterkt
- sterken
- sterken
- sterken
o.v.t.
- sterkte
- sterkte
- sterkte
- sterkten
- sterkten
- sterkten
v.t.t.
- ben gesterkt
- bent gesterkt
- is gesterkt
- zijn gesterkt
- zijn gesterkt
- zijn gesterkt
v.v.t.
- was gesterkt
- was gesterkt
- was gesterkt
- waren gesterkt
- waren gesterkt
- waren gesterkt
o.t.t.t.
- zal sterken
- zult sterken
- zal sterken
- zullen sterken
- zullen sterken
- zullen sterken
o.v.t.t.
- zou sterken
- zou sterken
- zou sterken
- zouden sterken
- zouden sterken
- zouden sterken
diversen
- sterk!
- sterkt!
- gesterkt
- sterkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für sterken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bekräftigen | sterken; sterker worden; versterken | autoriseren; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; dulden; duren; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; homologeren; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; toestemming verlenen; vergunnen |
sein Heil suchen in | laven; sterken; troosten; zijn heil zoeken in | |
sein Ziel finden in | laven; sterken; troosten; zijn heil zoeken in | |
sich getrösten mit | laven; sterken; troosten; zijn heil zoeken in | |
verstärken | sterken; sterker worden; versterken | aanscherpen; bezwaren; consolideren; gewicht toevoegen; intensiveren; sterker maken; toespitsen; verhevigen; versterken; verstevigen; verzwaren; zwaarder maken |