Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. toenmalig:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für toenmalig (Niederländisch) ins Deutsch

toenmalig:

toenmalig Adjektiv

  1. toenmalig (voormalig; voormalige; vroeger; )
    früher; vorig; ehemalig; seinerzeitig
  2. toenmalig (van toen)

Übersetzung Matrix für toenmalig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
derzeitig toenmalig; van toen eigentijds; hedendaags; hedentendage; huidig; in deze dagen; in deze tijd; modern; tegenwoordig; van nu; van vandaag; vandaag de dag
ehemalig ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere destijds; eermaals; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd
früher ex; geweest; gewezen; toenmalig; van toen; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere eerder; eertijds; inleidend; voorafgaand; voordien; voorgaand; voorheen; voormaals; vooropgaand; voortijds; vooruitgaand; vroeger
seinerzeitig ex; geweest; gewezen; toenmalig; van toen; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
vorig ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere afgelopen; inleidend; jongstleden; verleden; voorafgaand; voorgaand; vooropgaand; vooruitgaand; vorig

Verwandte Wörter für "toenmalig":

  • toenmalige

Wiktionary Übersetzungen für toenmalig:


Cross Translation:
FromToVia
toenmalig früher; ehemalig; vormalig erstwhile — former, previous
toenmalig damalig then — being so at that time