Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- behelzen:
-
Wiktionary:
- behelzen → einschließen, enthalten, beinhalten
Niederländisch
Detailübersetzungen für behelzen (Niederländisch) ins Deutsch
behelzen:
-
behelzen (inhouden)
Konjugationen für behelzen:
o.t.t.
- behels
- behelst
- behelst
- behelzen
- behelzen
- behelzen
o.v.t.
- behelsde
- behelsde
- behelsde
- behelsden
- behelsden
- behelsden
v.t.t.
- heb behelsd
- hebt behelsd
- heeft behelsd
- hebben behelsd
- hebben behelsd
- hebben behelsd
v.v.t.
- had behelsd
- had behelsd
- had behelsd
- hadden behelsd
- hadden behelsd
- hadden behelsd
o.t.t.t.
- zal behelzen
- zult behelzen
- zal behelzen
- zullen behelzen
- zullen behelzen
- zullen behelzen
o.v.t.t.
- zou behelzen
- zou behelzen
- zou behelzen
- zouden behelzen
- zouden behelzen
- zouden behelzen
diversen
- behels!
- behelst!
- behelsd
- behelzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
behelzen (inhouden)
Übersetzung Matrix für behelzen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Beinhalten | behelzen; inhouden | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
beinhalten | behelzen; inhouden | bevatten; inhouden |
enthalten | behelzen; inhouden | abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; bevatten; bijsluiten; bijvoegen; hongerstaken; inhouden; insluiten; omtrekken; onthouden; opnemen; opslaan; toevoegen; vasten |
implizieren | behelzen; inhouden | impliceren |
lauten | behelzen; inhouden | doorgaan voor; heten; moeten doorgaan voor |
Wiktionary Übersetzungen für behelzen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• behelzen | → einschließen; enthalten; beinhalten | ↔ renfermer — enfermer de nouveau. |