Niederländisch
Detailübersetzungen für aanzwiepen (Niederländisch) ins Deutsch
aanzwiepen:
-
aanzwiepen (voortdrijven; wegjagen; voortjagen; opdrijven)
Übersetzung Matrix für aanzwiepen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
antreiben | aanzwiepen; opdrijven; voortdrijven; voortjagen; wegjagen | aansporen; aanzetten; influisteren; ingeven; jachten; motiveren; opdrijven; ophitsen; opjagen; opzwepen; souffleren; sterk prikkelen; stuwen; voortjagen; voortstuwen; vooruitduwen |
auftreiben | aanzwiepen; opdrijven; voortdrijven; voortjagen; wegjagen | jachten; jakkeren; naslaan; opdrijven; opduikelen; ophitsen; opjagen; opscharrelen; opschroeven; opsnorren; opzoeken; reppen; spoeden; veel doen stijgen; voortjagen |
wegtreiben | aanzwiepen; opdrijven; voortdrijven; voortjagen; wegjagen |