Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. afwezig:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afwezige (Niederländisch) ins Deutsch

afwezig:

afwezig Adjektiv

  1. afwezig (gedachteloos; absent)

Übersetzung Matrix für afwezig:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abwesend absent; afwezig; gedachteloos verhinderd
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gedankenlos absent; afwezig; gedachteloos achteloos; behalve; gedachteloos; gerust; luchthartig; naast; nalatig; onbedacht; onbekommerd; onberaden; onbesuisd; onbewust; onbezorgd; ondoordacht; ongeacht; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; onnadenkend; onopzettelijk; onwillekeurig; overhaast; overijld; redeloos; verstandeloos; voorbarig; werktuiglijk; zonder erbij na te denken; zonder grond; zonder verstand; zorgeloos
geistesabwesend absent; afwezig; gedachteloos niet willekeurig; onbewust; onopzettelijk; onwillekeurig
unbewußt absent; afwezig; gedachteloos niet willekeurig; onbewust; onopzettelijk; onwillekeurig
unüberlegt absent; afwezig; gedachteloos achteloos; gedachteloos; irrationeel; lichtzinnig; niet rationeel; onbedacht; onbedachtzaam; onberaden; onberedeneerd; onbesuisd; onbewust; onbezonnen; ondoordacht; onnadenkend; onopzettelijk; onoverdacht; onvoorzichtig; onwillekeurig; overhaast; overijld; redeloos; roekeloos; voorbarig; werktuiglijk; zonder erbij na te denken

Verwandte Wörter für "afwezig":


Antonyme für "afwezig":


Verwandte Definitionen für "afwezig":

  1. er niet met je hoofd bij zijn, niet opletten1
    • wat zit je weer afwezig te kijken!1
  2. er niet zijn1
    • hoeveel studenten waren vandaag afwezig?1

Wiktionary Übersetzungen für afwezig:

afwezig
adjective
  1. niet op een bepaald tijdstip en plaats zijn
afwezig
adjective
  1. nicht gegenwärtig sein, nicht präsent sein, zu einem bestimmten Zeitpunkt oder in einem bestimmten Zeitraum fehlend

Cross Translation:
FromToVia
afwezig abwesend absent — being away from a place
afwezig abwesend absent — inattentive
afwezig abwesend absent — Qui n’est pas là où on l’attend.