Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- bijval:
- bijvallen:
-
Wiktionary:
- bijval → Annehmlichkeit, etwas Angenehmes, Approbation, Beifall, Zulassung, Billigung, Zustimmung, Angenehme
Niederländisch
Detailübersetzungen für bijval (Niederländisch) ins Deutsch
bijval:
-
de bijval (instemming)
Übersetzung Matrix für bijval:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Beifall | bijval; instemming | applaudiseren; applaus; handgeklap; klappen; open doekje; ovatie; toejuiching |
Beistimmung | bijval; instemming | |
Zustimmung | bijval; instemming | accoord; goedkeuring; instemmen; toestemming; welbevinden |
Verwandte Wörter für "bijval":
Wiktionary Übersetzungen für bijval:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijval | → Annehmlichkeit; etwas Angenehmes; Approbation; Beifall; Zulassung; Billigung; Zustimmung; Angenehme | ↔ agrément — action d’agréer. |
bijvallen:
-
bijvallen (gelijk geven; steunen)
recht geben; beifallen; beipflichten-
recht geben Verb
-
beipflichten Verb (pflichte bei, pflichtest bei, pflichtet bei, pflichtete bei, pflichtetet bei, beigepflichtet)
-
-
bijvallen (instemmen; rugsteunen; steunen)
einstimmen-
einstimmen Verb
-
Konjugationen für bijvallen:
o.t.t.
- val bij
- valt bij
- valt bij
- vallen bij
- vallen bij
- vallen bij
o.v.t.
- viel bij
- viel bij
- viel bij
- vielen bij
- vielen bij
- vielen bij
v.t.t.
- ben bijgevallen
- bent bijgevallen
- is bijgevallen
- zijn bijgevallen
- zijn bijgevallen
- zijn bijgevallen
v.v.t.
- was bijgevallen
- was bijgevallen
- was bijgevallen
- waren bijgevallen
- waren bijgevallen
- waren bijgevallen
o.t.t.t.
- zal bijvallen
- zult bijvallen
- zal bijvallen
- zullen bijvallen
- zullen bijvallen
- zullen bijvallen
o.v.t.t.
- zou bijvallen
- zou bijvallen
- zou bijvallen
- zouden bijvallen
- zouden bijvallen
- zouden bijvallen
diversen
- val bij!
- valt bij!
- bijgevallen
- bijvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für bijvallen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
beifallen | bijvallen; gelijk geven; steunen | |
beipflichten | bijvallen; gelijk geven; steunen | akkoord gaan; beamen; bevestigen; instemmen; laten; onderschrijven; permitteren; staven; toelaten |
einstimmen | bijvallen; instemmen; rugsteunen; steunen | |
recht geben | bijvallen; gelijk geven; steunen |