Niederländisch
Detailübersetzungen für concessies doen (Niederländisch) ins Deutsch
concessies doen:
concessies doen Verb (doe concessies, doet concessies, deed concessies, deden concessies, concessies gedaan)
-
concessies doen (tegemoetkomen; welwillendheid tonen)
Konjugationen für concessies doen:
o.t.t.
- doe concessies
- doet concessies
- doet concessies
- doen concessies
- doen concessies
- doen concessies
o.v.t.
- deed concessies
- deed concessies
- deed concessies
- deden concessies
- deden concessies
- deden concessies
v.t.t.
- heb concessies gedaan
- hebt concessies gedaan
- heeft concessies gedaan
- hebben concessies gedaan
- hebben concessies gedaan
- hebben concessies gedaan
v.v.t.
- had concessies gedaan
- had concessies gedaan
- had concessies gedaan
- hadden concessies gedaan
- hadden concessies gedaan
- hadden concessies gedaan
o.t.t.t.
- zal concessies doen
- zult concessies doen
- zal concessies doen
- zullen concessies doen
- zullen concessies doen
- zullen concessies doen
o.v.t.t.
- zou concessies doen
- zou concessies doen
- zou concessies doen
- zouden concessies doen
- zouden concessies doen
- zouden concessies doen
diversen
- doe concessies!
- doet concessies!
- concessies gedaan
- concessies doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für concessies doen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
begegnen | concessies doen; tegemoetkomen; welwillendheid tonen | aantreffen; bejegenen; bijeen komen; kennis maken met; naderen; ontmoeten; samenkomen; tegemoetkomen; tegen het lijf lopen; tegenkomen; toenaderen; treffen; vinden |
entgegengehen | concessies doen; tegemoetkomen; welwillendheid tonen | naderen; tegemoetkomen; toenaderen |
entgegenkommen | concessies doen; tegemoetkomen; welwillendheid tonen | dulden; duren; goed vinden; goedkeuren; goedvinden; gunnen; inwilligen; laten; naderen; permitteren; tegemoetkomen; toelaten; toenaderen; toestaan; toestemmen; vergunnen |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
entgegenkommen | dienstwillig; gedienstig; ontmoet; tegemoetgekomen; voorkomend |