Niederländisch
Detailübersetzungen für condoleren (Niederländisch) ins Deutsch
condoleren:
Konjugationen für condoleren:
o.t.t.
- condoleer
- condoleert
- condoleert
- condoleren
- condoleren
- condoleren
o.v.t.
- condoleerde
- condoleerde
- condoleerde
- condoleerden
- condoleerden
- condoleerden
v.t.t.
- heb gecondoleerd
- hebt gecondoleerd
- heeft gecondoleerd
- hebben gecondoleerd
- hebben gecondoleerd
- hebben gecondoleerd
v.v.t.
- had gecondoleerd
- had gecondoleerd
- had gecondoleerd
- hadden gecondoleerd
- hadden gecondoleerd
- hadden gecondoleerd
o.t.t.t.
- zal condoleren
- zult condoleren
- zal condoleren
- zullen condoleren
- zullen condoleren
- zullen condoleren
o.v.t.t.
- zou condoleren
- zou condoleren
- zou condoleren
- zouden condoleren
- zouden condoleren
- zouden condoleren
en verder
- ben gecondoleerd
- bent gecondoleerd
- is gecondoleerd
- zijn gecondoleerd
- zijn gecondoleerd
- zijn gecondoleerd
diversen
- condoleer!
- condoleert!
- gecondoleerd
- condolerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für condoleren:
Wiktionary Übersetzungen für condoleren:
condoleren
verb
-
betuiging tonen van rouwbeklag
- condoleren → kondolieren