Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. effenheid:
  2. effen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für effenheid (Niederländisch) ins Deutsch

effenheid:

effenheid [znw.] Nomen

  1. effenheid (vlakheid)
    die Ebenheit; die Glätte

Übersetzung Matrix für effenheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Ebenheit effenheid; vlakheid analogie; gelijkaardigheid; gelijksoortigheid; soortgelijkheid
Glätte effenheid; vlakheid gladheid; gladijs; glibberigheid; ijzel

Verwandte Wörter für "effenheid":


effenheid form of effen:

effen Adjektiv

  1. effen (vlak; gelijk; egaal; )
    flach; platt; egal; gleich; eben
  2. effen (van één kleur)
    einfarbig; eben; egal

Übersetzung Matrix für effen:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
eben effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; van één kleur; vlak; vlakuit juist; zopas; zoëven
egal effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; van één kleur; vlak; vlakuit indifferent; laconiek; lauw; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; zonder grond
einfarbig effen; van één kleur eenkleurig; monochroom
flach effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit doorwaadbaar; ondiep
gleich effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit direct; eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; gelijkvormig; hetzelfde; identiek; net zo; onveranderd; op elkaar lijkend; overeenkomend; zo; zo meteen
platt effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit banaal; geëgaliseerd; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; ordinair; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vlak; volks; vuig; vulgair; vunzig

Verwandte Wörter für "effen":


Wiktionary Übersetzungen für effen:


Cross Translation:
FromToVia
effen einfarbig solid — of one color
effen glatt; geläufig lisse — Sans aspérité ni rayure.
effen flach; platt; eben; glatt; Flach- platsans relief.