Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. elkaar zien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für elkaar zien (Niederländisch) ins Deutsch

elkaar zien:

elkaar zien Verb (zagen elkaar)

  1. elkaar zien (elkaar ontmoeten; afspreken; treffen; samenkomen)

Konjugationen für elkaar zien:

o.t.t.
  1. zien elkaar
  2. zien elkaar
  3. zien elkaar
o.v.t.
  1. zagen elkaar
  2. zagen elkaar
  3. zagen elkaar
v.t.t.
  1. hebben elkaar gezien
  2. hebben elkaar gezien
  3. hebben elkaar gezien
v.v.t.
  1. hadden elkaar gezien
  2. hadden elkaar gezien
  3. hadden elkaar gezien
o.t.t.t.
  1. zullen elkaar zien
  2. zullen elkaar zien
  3. zullen elkaar zien
o.v.t.t.
  1. zouden elkaar zien
  2. zouden elkaar zien
  3. zouden elkaar zien
diversen
  1. ziet elkaar!
  2. elkaar gezien
  3. elkaar ziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für elkaar zien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sich treffen afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für elkaar zien