Niederländisch
Detailübersetzungen für feces (Niederländisch) ins Deutsch
feces:
-
de feces (uitwerpselen; beer; fecaliën; excrementen; uitscheiding)
Übersetzung Matrix für feces:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Ausscheidungen | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | |
Dreck | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | drek; goorheid; groezeligheid; kak; kledder; klodder; kwak; lik; poep; prut; schijt; smeerlapperij; smerigheid; smurrie; stofje; stront; vervuiling; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; vuiltje |
Exkremente | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | drek; kak; poep; schijt; stront |
Fäkalien | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | drek; kak; poep; schijt; stront |
Kacke | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | drek; kak; poep; schijt; stront |
Kot | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | drek; drol; hoop; kak; keutel; poep; prut; schijt; smurrie; stront; stuk poep; uitwerpsel |