Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze gebroddel

übersetze gebroddel von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

gebroddel:
- Stümperei; Gestümper; Pfusch; Pfuscherei; Pfuscharbeit; Pfuschwerk; Gepfusche

Niederländisch

Detailübersetzungen für gebroddel (Niederländisch) ins Deutsch

gebroddel:

gebroddel [het ~] Nomen

het gebroddel (geklungel)
die Stümperei; Gestümper; der Pfusch; die Pfuscherei; die Pfuscharbeit; Pfuschwerk; Gepfusche
- Stümperei [die ~] Nomen
- Gestümper [das ~] Nomen
- Pfusch [der ~] Nomen
- Pfuscherei [die ~] Nomen
- Pfuscharbeit [die ~] Nomen
- Pfuschwerk [das ~] Nomen
- Gepfusche [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für gebroddel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Gepfusche	gebroddel; geklungel	gehaspel; geknoei; gemier; gemodder; gemors; gezeur
Gestümper	gebroddel; geklungel	gehaspel; geknoei; gemodder
Pfusch	gebroddel; geklungel	broddelwerk; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
Pfuscharbeit	gebroddel; geklungel	broddelwerk; gehannes; gestuntel; kladwerk; knoeiwerk; knutselwerk; prutswerk
Pfuscherei	gebroddel; geklungel	bedrog; bende; beuzelarij; complot; futselarij; geknoei; gemier; gemors; getreuzel; gezeur; knoeierij; nep; oplichterij; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; samenzwering; troep; zooi; zootje; zwendelarij
Pfuschwerk	gebroddel; geklungel	bedrog; geknoei; gemors; knoeierij; nep; oplichterij; zwendelarij
Stümperei	gebroddel; geklungel	gehannes; gestuntel; moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem