Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. gedecideerd:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gedecideerd (Niederländisch) ins Deutsch

gedecideerd:

gedecideerd Adjektiv

  1. gedecideerd (beslist; vastberaden; besluitvaardig; kordaat; resoluut)

Übersetzung Matrix für gedecideerd:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
energisch doortasten
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
energisch flink
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
energisch beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; geducht; in hoge mate; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; standvastig; sterk; vief; vol fut; voortvarend
entschieden beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden absoluut; bepaald; beslist; dapper; doortastend; drastisch; een zekere; eenduidig; ferm; gedetermineerd; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; ondubbelzinnig; onverschrokken; onweerlegbaar; ronduit; stellig; sterk; stout; stoutmoedig; vast en zeker; vastbesloten; zeker
entschlossen beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden absoluut; beslist; dapper; doortastend; drastisch; ferm; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; onverschrokken; ronduit; standvastig; stellig; sterk; stout; stoutmoedig; vastbesloten; zeker
entschlußfähig beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden ferm; kordaat; standvastig
forsch beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden doortastend; drastisch; energiek; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; massief; niet hol; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vief; vol fut
resolut beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
selbstsicher beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden assertief; zelfbewust; zelfverzekerd
sicher beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden absoluut; accuraat; assertief; bepaald; beslist; duidelijk; echt; een zekere; feitelijk; ferm; fiks; flagrant; flink; geheid; gewis; heel zeker; herkenbaar; heus; jazeker; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onfeilbaar; ongetwijfeld; onmiskenbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; op heterdaad; overduidelijk; pal; precies; reëel; ronduit; secuur; standvastig; stellig; stevig; stipt; vast; vast en zeker; vastbesloten; vasthoudend; veilig; volhardend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zorgvuldig

Verwandte Wörter für "gedecideerd":