Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für geremd (Niederländisch) ins Deutsch
geremd:
-
geremd (ingehouden)
Übersetzung Matrix für geremd:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
verlegen | disloqueren; neerleggen; onderuit halen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; roeren; uitstellen; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vertragen; vervoeren; verzetten; voor zich uitschuiven; wegmaken; zoek maken; zoekmaken | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
befangen | geremd; ingehouden | bedeesd; beschroomd; bevangen; bevooroordeeld; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen |
schüchtern | geremd; ingehouden | bedeesd; beschroomd; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen |
verlegen | geremd; ingehouden | bedeesd; beschroomd; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen |
Verwandte Wörter für "geremd":
geremd form of remmen:
-
remmen (afremmen; stoppen)
-
remmen (stopzetten; ophouden; tegenhouden; halt houden; tot staan brengen)
-
remmen (afremmen)
Konjugationen für remmen:
o.t.t.
- rem
- remt
- remt
- remmen
- remmen
- remmen
o.v.t.
- remde
- remde
- remde
- remden
- remden
- remden
v.t.t.
- heb geremd
- hebt geremd
- heeft geremd
- hebben geremd
- hebben geremd
- hebben geremd
v.v.t.
- had geremd
- had geremd
- had geremd
- hadden geremd
- hadden geremd
- hadden geremd
o.t.t.t.
- zal remmen
- zult remmen
- zal remmen
- zullen remmen
- zullen remmen
- zullen remmen
o.v.t.t.
- zou remmen
- zou remmen
- zou remmen
- zouden remmen
- zouden remmen
- zouden remmen
en verder
- ben geremd
- bent geremd
- is geremd
- zijn geremd
- zijn geremd
- zijn geremd
diversen
- rem!
- remt!
- geremd
- remmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für remmen:
Verwandte Wörter für "remmen":
Verwandte Definitionen für "remmen":
Wiktionary Übersetzungen für remmen:
remmen
Cross Translation:
verb
-
snelheid doen verminderen
- remmen → bremsen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• remmen | → Bremse | ↔ brake — device used to slow or stop a vehicle |
• remmen | → bremsen | ↔ brake — to be stopped or slowed (as if) by braking |
• remmen | → verhindern; sperren; hindern; hemmen | ↔ inhibit — to hinder; to restrain |
• remmen | → bremsen; abbremsen; hemmen; drosseln | ↔ freiner — retenir, ralentir, arrêter à l’aide d’un frein. |