Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze goedwilligheid

übersetze goedwilligheid von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

goedwilligheid:
- Güte; Wohlwollen
goedwillig:
- bereitwillig; wohlwollend; zuvorkommend; gutwillig

Niederländisch

Detailübersetzungen für goedwilligheid (Niederländisch) ins Deutsch

goedwilligheid:

goedwilligheid [znw.] Nomen

goedwilligheid
die Güte; Wohlwollen
- Güte [die ~] Nomen
- Wohlwollen [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für goedwilligheid:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Güte	goedwilligheid	clementie; compassie; genade; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; gratie; mildheid; toegevendheid; welwillendheid
Wohlwollen	goedwilligheid	dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; goedwillendheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; ingenomenheid; voorkomendheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid

Verwandte Wörter für "goedwilligheid":

goedwillig

goedwilligheid form of goedwillig:

goedwillig Adjektiv

goedwillig (welwillend)
bereitwillig; wohlwollend; zuvorkommend; gutwillig
- bereitwillig Adjektiv
- wohlwollend Adjektiv
- zuvorkommend Adjektiv
- gutwillig Adjektiv

Übersetzung Matrix für goedwillig:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bereitwillig	goedwillig; welwillend	aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; gedienstig; goedaardig; goedhartig; goedschiks; hulpvaardig; inschikkelijk; plezierig; tegemoetkomend; toeschietelijk; voorkomend; vriendelijk; welwillend; zachtaardig
gutwillig	goedwillig; welwillend	bereidvaardig; bereidwillig; welwillend
wohlwollend	goedwillig; welwillend	amicaal; barmhartig; bereidvaardig; bereidwillig; coöperatief; genaderijk; goedaardig; goedgunstig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hartelijk; kameraadschappelijk; medewerkend; mild; minnelijk; op een aardige manier; vergevend; vriendelijk; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
zuvorkommend	goedwillig; welwillend	aanspreekbaar; behulpzaam; benaderbaar; bereidwillig; coöperatief; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; genaakbaar; inschikkelijk; medewerkend; op een aardige manier; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; vriendelijk; welwillend; willig

Verwandte Wörter für "goedwillig":

goedwilligheid, goedwillige