Niederländisch
Detailübersetzungen für herbenoemen (Niederländisch) ins Deutsch
herbenoemen:
-
herbenoemen (herplaatsen; herkiezen; opnieuw benoemen)
wiederernennen; erneut aufstellen; wiederwählen-
wiederernennen Verb (ernenne wieder, ernennst wieder, ernennt wieder, ernante wieder, ernantet wieder, wiederernannt)
-
erneut aufstellen Verb (stelle erneut aufgestellt, stellst erneut aufgestellt, stellt erneut aufgestellt, stellte erneut aufgestellt, stelltet erneut aufgestellt, erneut aufgestellt)
-
wiederwählen Verb (wiederwähle, wiederwählst, wiederwählt, wiederwählte, wiederwähltet, wiedergewählt)
-
Konjugationen für herbenoemen:
o.t.t.
- herbenoem
- herbenoemt
- herbenoemt
- herbenoemen
- herbenoemen
- herbenoemen
o.v.t.
- herbenoemde
- herbenoemde
- herbenoemde
- herbenoemden
- herbenoemden
- herbenoemden
v.t.t.
- heb herbenoemd
- hebt herbenoemd
- heeft herbenoemd
- hebben herbenoemd
- hebben herbenoemd
- hebben herbenoemd
v.v.t.
- had herbenoemd
- had herbenoemd
- had herbenoemd
- hadden herbenoemd
- hadden herbenoemd
- hadden herbenoemd
o.t.t.t.
- zal herbenoemen
- zult herbenoemen
- zal herbenoemen
- zullen herbenoemen
- zullen herbenoemen
- zullen herbenoemen
o.v.t.t.
- zou herbenoemen
- zou herbenoemen
- zou herbenoemen
- zouden herbenoemen
- zouden herbenoemen
- zouden herbenoemen
en verder
- ben herbenoemd
- bent herbenoemd
- is herbenoemd
- zijn herbenoemd
- zijn herbenoemd
- zijn herbenoemd
diversen
- herbenoem!
- herbenoemt!
- herbenoemd
- herbenoemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für herbenoemen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
erneut aufstellen | herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen | |
wiederernennen | herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen | |
wiederwählen | herbenoemen; herkiezen; herplaatsen; opnieuw benoemen | terugleggen; terugplaatsen; terugzetten |