Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für honend (Niederländisch) ins Deutsch

honend:


Übersetzung Matrix für honend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abfällig honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend afhellend
abschätzig honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
geringschätzend honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
geringschätzig honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend geringschattend; hooghartig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte
höhnisch honend; hooghartig; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend cynisch; overtreffend; provocerend; spottend; tartend; uitdagend
schmählich honend; hooghartig; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend banaal; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; onedel; plat; platvloers; ploertig; schandalig; schandelijk; schunnig; triviaal; verfoeilijk; vunzig
schofel honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend banaal; bedriegelijk; dor; gefingeerd; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; nagemaakt; niet hoog; ondermaats; onecht; onvolgroeid; onwaar; ordinair; plat; platvloers; ploertig; schraal; schunnig; triviaal; vals; vulgair; vunzig
verspottend honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
verächtlich honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend laag; verachtelijk

honend form of honen:

honen Verb (hoon, hoont, hoonde, hoonden, gehoond)

  1. honen (verguizen; beschimpen)
    verleumden; lästern
    • verleumden Verb (verleumde, verleumdest, verleumdet, verleumdete, verleumdetet, verleumdet)
    • lästern Verb (lästere, lästerst, lästert, lästerte, lästertet, gelästert)

Konjugationen für honen:

o.t.t.
  1. hoon
  2. hoont
  3. hoont
  4. honen
  5. honen
  6. honen
o.v.t.
  1. hoonde
  2. hoonde
  3. hoonde
  4. hoonden
  5. hoonden
  6. hoonden
v.t.t.
  1. heb gehoond
  2. hebt gehoond
  3. heeft gehoond
  4. hebben gehoond
  5. hebben gehoond
  6. hebben gehoond
v.v.t.
  1. had gehoond
  2. had gehoond
  3. had gehoond
  4. hadden gehoond
  5. hadden gehoond
  6. hadden gehoond
o.t.t.t.
  1. zal honen
  2. zult honen
  3. zal honen
  4. zullen honen
  5. zullen honen
  6. zullen honen
o.v.t.t.
  1. zou honen
  2. zou honen
  3. zou honen
  4. zouden honen
  5. zouden honen
  6. zouden honen
diversen
  1. hoon!
  2. hoont!
  3. gehoond
  4. honend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für honen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
lästern beschimpen; honen; verguizen bekladden; belasteren; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; kwaadspreken; lasteren; roddelen; smaden
verleumden beschimpen; honen; verguizen aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; zwart kleuren; zwartmaken

Verwandte Wörter für "honen":


Wiktionary Übersetzungen für honen:


Cross Translation:
FromToVia
honen äffen; foppen; spotten; verspotten bafouertraiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux.