Niederländisch
Detailübersetzungen für hoop opgeven (Niederländisch) ins Deutsch
hoop opgeven:
-
hoop opgeven (opgeven)
Konjugationen für hoop opgeven:
o.t.t.
- geef hoop op
- geeft hoop op
- geeft hoop op
- geven hoop op
- geven hoop op
- geven hoop op
o.v.t.
- gaf hoop op
- gaf hoop op
- gaf hoop op
- gaven hoop op
- gaven hoop op
- gaven hoop op
v.t.t.
- heb hoop opgegeven
- hebt hoop opgegeven
- heeft hoop opgegeven
- hebben hoop opgegeven
- hebben hoop opgegeven
- hebben hoop opgegeven
v.v.t.
- had hoop opgegeven
- had hoop opgegeven
- had hoop opgegeven
- hadden hoop opgegeven
- hadden hoop opgegeven
- hadden hoop opgegeven
o.t.t.t.
- zal hoop opgeven
- zult hoop opgeven
- zal hoop opgeven
- zullen hoop opgeven
- zullen hoop opgeven
- zullen hoop opgeven
o.v.t.t.
- zou hoop opgeven
- zou hoop opgeven
- zou hoop opgeven
- zouden hoop opgeven
- zouden hoop opgeven
- zouden hoop opgeven
diversen
- geef hoop op!
- geeft hoop op!
- hoop opgegeven
- hoop opgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für hoop opgeven:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aufgeben | hoop opgeven; opgeven | capituleren; de brui geven aan; grootspreken; op de bus doen; opgeven; opofferen; opscheppen; opsnijden; overgeven; posten; prijsgeven; snoeven; strijd opgeven; zich overgeven |
die Hoffnung aufgeben | hoop opgeven; opgeven |