Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. iemand huisvesten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für iemand huisvesten (Niederländisch) ins Deutsch

iemand huisvesten:

iemand huisvesten Verb

  1. iemand huisvesten (accommoderen; onderbrengen; huizen; )
    hausen; unterbringen; akkomodieren; beherbergen; wohnen; einquartieren; leben
    • hausen Verb (hause, hausst, haust, hauste, haustet, gehaust)
    • unterbringen Verb (unterbringe, unterbringst, unterbringt, unterbracht, unterbracht)
    • akkomodieren Verb (akkomodiere, akkomodierst, akkomodiert, akkomodierte, akkomodiertet, akkomodiert)
    • beherbergen Verb (beherberge, beherbergst, beherbergt, beherbergte, beherbergtet, beherbergt)
    • wohnen Verb (wohne, wohnst, wohnt, wohnte, wohntet, gewohnt)
    • einquartieren Verb (quartiere ein, quartierst ein, quartiert ein, quartierte ein, quartiertet ein, einquartiert)
    • leben Verb (lebe, lebst, lebt, lebte, lebtet, gelebt)

Übersetzung Matrix für iemand huisvesten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
akkomodieren accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen accommoderen; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen
beherbergen accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen
einquartieren accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; inkwartieren; legeren; militairen bij burgers inlegeren; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen
hausen accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen brullen; het uitgillen; uitroepen; uitschreeuwen
leben accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen bestaan; existeren; gevestigd zijn; gezeten zijn; leven; logeren; resideren; verblijven; wonen; zetelen; zijn
unterbringen accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen aanbesteden; deponeren; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; leggen; neerleggen; neerzetten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; onderuit halen; plaatsen; stationeren; uitbesteden; zetten
wohnen accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen leven; logeren; resideren; verblijfplaats hebben; verblijven; wonen

Verwandte Übersetzungen für iemand huisvesten