Niederländisch
Detailübersetzungen für in handen nemen (Niederländisch) ins Deutsch
in handen nemen:
in handen nemen Verb (neem in handen, neemt in handen, nam in handen, namen in handen, in handen genomen)
-
in handen nemen
Konjugationen für in handen nemen:
o.t.t.
- neem in handen
- neemt in handen
- neemt in handen
- nemen in handen
- nemen in handen
- nemen in handen
o.v.t.
- nam in handen
- nam in handen
- nam in handen
- namen in handen
- namen in handen
- namen in handen
v.t.t.
- heb in handen genomen
- hebt in handen genomen
- heeft in handen genomen
- hebben in handen genomen
- hebben in handen genomen
- hebben in handen genomen
v.v.t.
- had in handen genomen
- had in handen genomen
- had in handen genomen
- hadden in handen genomen
- hadden in handen genomen
- hadden in handen genomen
o.t.t.t.
- zal in handen nemen
- zult in handen nemen
- zal in handen nemen
- zullen in handen nemen
- zullen in handen nemen
- zullen in handen nemen
o.v.t.t.
- zou in handen nemen
- zou in handen nemen
- zou in handen nemen
- zouden in handen nemen
- zouden in handen nemen
- zouden in handen nemen
diversen
- neem in handen!
- neemt in handen!
- in handen genomen
- in handen nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für in handen nemen:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| halten | in handen nemen | afsluiten; beslissen; besluiten; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; ophouden; stoppen |
| in die Hände nehmen | in handen nemen |