Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. inbakken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inbakken (Niederländisch) ins Deutsch

inbakken:

inbakken Verb (bak in, bakt in, bakte in, bakten in, ingebakken)

  1. inbakken
    einbacken
    • einbacken Verb (backe ein, backst ein, backt ein, backte ein, backtet ein, eingebackt)

Konjugationen für inbakken:

o.t.t.
  1. bak in
  2. bakt in
  3. bakt in
  4. bakken in
  5. bakken in
  6. bakken in
o.v.t.
  1. bakte in
  2. bakte in
  3. bakte in
  4. bakten in
  5. bakten in
  6. bakten in
v.t.t.
  1. heb ingebakken
  2. hebt ingebakken
  3. heeft ingebakken
  4. hebben ingebakken
  5. hebben ingebakken
  6. hebben ingebakken
v.v.t.
  1. had ingebakken
  2. had ingebakken
  3. had ingebakken
  4. hadden ingebakken
  5. hadden ingebakken
  6. hadden ingebakken
o.t.t.t.
  1. zal inbakken
  2. zult inbakken
  3. zal inbakken
  4. zullen inbakken
  5. zullen inbakken
  6. zullen inbakken
o.v.t.t.
  1. zou inbakken
  2. zou inbakken
  3. zou inbakken
  4. zouden inbakken
  5. zouden inbakken
  6. zouden inbakken
en verder
  1. is ingebakken
diversen
  1. bak in!
  2. bakt in!
  3. ingebakken
  4. inbakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inbakken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
einbacken inbakken